Zeer geringe aanpassing in tarief en heffingskortingen
Sinds een aantal jaar bestaat de belastingheffing in box 1 van de inkomstenbelasting uit twee tarieven. Het hoge tarief, voor inkomsten boven € 68.507, blijft 49,5%. Het lage tarief daalt minimaal: van 37,1% naar 37,07%. Dat scheelt maximaal € 20 belastingheffing.
Groter is de wijziging in de inkomensafhankelijke combinatiekorting, die is bedoeld ter stimulering van jonge, werkende ouders. Die korting daalt met (maximaal) € 318. Dat is nodig om het langere betaalde ouderschapsverlof te financieren.
Versobering aftrekposten
Een belangrijke wijziging die een aantal jaar geleden al is ingezet, is de stapsgewijze daling van het maximale fiscale voordeel van veel aftrekposten. Deze ingezette inperking gaat door en het maximale voordeel de komende jaren bedraagt:
- 2021: 43%
- 2022: 40%
- 2023: 37,05%
Deze versobering geldt voor vrijwel alle aftrekposten, zoals aftrek hypotheekrente en betaalde partneralimentatie, maar ook voor ondernemersfaciliteiten als de zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling. Als de top van het inkomen in de laagste categorie valt, bedraagt het voordeel altijd ‘slechts’ ruim 37%. Als uw inkomen in de hoogste schijf valt, is het mogelijk lonend om te sturen, zodat aftrekposten nog in 2021 vallen.
Eigen woning bij samenwonen, echtscheiding e.d.
Het uitgangspunt is dat de regels van de eigen woning en de eigenwoningschuld per persoon worden toegepast, ook al kopen twee mensen samen een woning en gaan zij samen de schuld aan. Als die twee partners dan een verschillende historie qua bezit van de eigen woning hebben, bestaat de mogelijkheid dat niet de gehele aangegane lening kwalificeert als eigenwoningschuld. Dat betekent dat de rente niet volledig aftrekbaar is. Dit kan te maken hebben met de bijleenregeling, de aflossingsstand en het bedrag dat nog aflossingsvrij mag worden geleend.
Maximale eigenwoningschuld
Al langer was goedgekeurd dat onder voorwaarden de maximale eigenwoningschuld mag worden bepaald op het niveau van de totale woning en dus niet per se per persoon. Die voorwaarden konden echter nadelig uitpakken, bijvoorbeeld als een stel weer uit elkaar ging. De wetgeving is nu verfijnd, waardoor die nadelige voorwaarden grotendeels zijn vervallen. Bovendien kan van de nieuwe regeling per onderdeel apart gebruik worden gemaakt. Niet een onderwerp dat dagelijks voorbij komt, maar wel prettig dat het is geregeld.
Woning en schuld van vóór 2013
Wat echter nog steeds niet is geregeld, betreft een vervelende en onverwachte situatie bij het uit elkaar gaan van partners die al een woning en een schuld hadden vóór 2013. Zij mogen onder voorwaarden nog steeds een aflossingsvrije lening hebben, ook al is het uitgangspunt dat op elke schuld moet worden afgelost. Maar als partners uit elkaar gaan, waarbij de ene partner de andere partner uitkoopt (en de schuld overneemt), moet op het overgenomen deel van de schuld nu ineens wél worden afgelost. Daar wordt niet altijd bij stilgestaan, maar dat is wel noodzakelijk om de renteaftrek intact te houden. Helaas bieden de nieuwe regels op dit punt nog steeds geen oplossing.
Geen aanpassing box 3-heffing
De heffing in box 3 vindt plaats aan de hand van veronderstelde rendementen, die met bank- en spaartegoeden al jaren niet meer worden gehaald. Deze heffing is spaarders daarom al lange tijd een doorn in het oog. De roep om belastingheffing over werkelijke rendementen klinkt al lang, maar het huidige kabinet legt dit klusje op het bord van het volgende kabinet. Dat is enerzijds logisch, maar anderzijds blijft het zo wel aanmodderen. Een nieuwe kabinet zal dat ook niet 1-2-3 hebben ingevoerd, zodat het niet de verwachting is dat het nieuwe systeem vóór 2024 zijn intrede zal doen. Tot die tijd zou het wel kunnen lonen vermogen onder te brengen in een spaargeld-bv of in een open fonds voor gemene rekening (OFGR). Informeer bij uw adviseur wat de mogelijkheden zijn en profiteer direct per 1 januari 2022.
Auto van de zaak
Sinds 2017 is 22% het standaard percentage van de bijtelling (voor auto’s die vanaf 2017 op kenteken zijn gezet). Een korting op dit percentage is alleen nog mogelijk bij auto’s zonder CO2-uitstoot. Bij auto’s op waterstof of zonne-energie gaat de korting over de gehele cataloguswaarde. Bij elektrische auto’s geldt de korting over een maximum bedrag, de zogenaamde ‘cap’. Over het meerdere wordt dan de standaard bijtelling van 22% berekend. Zowel de korting als de cap zijn tot en met 2025 al in de wet vastgelegd. Bij meer of minder verkoop van nulemissie-auto’s heeft de overheid de mogelijkheid in te grijpen. Omdat er de afgelopen periode meer elektrische auto’s verkocht zijn dan verwacht, wordt de regeling enigszins versoberd.
Bijtellingspercentages
De bijtellingspercentages blijven ongewijzigd in de komende drie jaar, maar de cap wordt wel verlaagd. Dat betekent dat de korting mogelijk over een lager bedrag wordt berekend en dat de bijtelling dus hoger uitkomt. De bijtelling op volledig elektrische auto’s ziet er de komende jaren als volgt uit:
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Bijtelling na korting | 12% | 16% | 16% | 16% | 17% | 22% |
Over maximaal (cap) | € 40.000 | € 35.000 | € 30.000 | € 30.000 | € 30.000 | n.v.t. |
Let op: als een auto op kenteken wordt gezet, blijft de bijtelling van dat moment gedurende 60 volle maanden gelden. Een auto die in december 2021 op kenteken wordt gezet, profiteert dus tot en met eind 2026 van de regels uit 2021.
Verdere afbouw zelfstandigenaftrek
In 2022 wordt de volgende stap gezet in de afbouw van de zelfstandigenaftrek. Wederom neemt het bedrag af met € 360, zodat de maximale zelfstandigenaftrek per 2022 nog slechts € 6.310 bedraagt. Geen nieuws onder de zon, want dit is vorig jaar al besloten, maar wel een wijziging per 2022.
Verhoging milieu-investeringsaftrek
De milieu-investeringsaftrek is een extra aftrekpost die u krijgt als u investeert in geselecteerde milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. De aftrekpost wordt bepaald door een bepaald percentage over het aanschaffingsbedrag, dat soms is gemaximeerd. Er zijn drie percentages die alle drie worden verhoogd: van 13,5%, 27% en 36% naar 27%, 36% en 45%.
Let op: mogelijke plaatsing in lagere categorie
Er lijkt echter wel een addertje onder het gras te zitten. Omdat de verhoging budgetneutraal moet worden uitgevoerd, zullen bepaalde bedrijfsmiddelen in een lagere categorie worden geplaatst of zelfs helemaal worden geschrapt. Welke dat zijn, is nu niet te voorspellen. Dit zal moeten blijken uit de Milieulijst die altijd eind december wordt gepubliceerd. Onze verwachting is dat de elektrische personenauto wel eens zou kunnen worden geschrapt.
Deze nieuwe percentages zijn van toepassing op investeringen die worden gedaan vanaf 1 januari 2022. Het moment waarop u de verplichting aangaat, is het beslissende moment (en dus niet de leverings- of factuurdatum). Let bovendien op dat u de investeringen binnen 3 maanden na deze bewuste datum moet melden bij het RVO.
Vrijstelling TOGS- en TVL-subsidies
In het kader van de coronasteun hebben ondernemingen diverse subsidies kunnen aanvragen. Ter dekking van doorlopende vaste lasten kon aanvankelijk de TOGS-subsidie worden aangevraagd. Die werd al snel vervangen door de zogenaamde TVL. Vooralsnog zal het derde kwartaal van 2021 het laatste kwartaal met TVL-subsidies zijn.
Bij het uitvaardigen van deze steunmaatregelen werd aangekondigd dat de TOGS en TVL niet zouden worden belast in de inkomstenbelasting. Dat wordt nu ook formeel, met terugwerkende kracht, geregeld. U geeft deze inkomsten wel aan in uw resultatenrekening, maar claimt hiervoor vervolgens een vrijstelling in uw aangifte.
Let op: de ontvangen NOW-subsidie ter dekking van loonkosten is wel gewoon belast!
Meer weten?
Wilt u meer weten over de gepresenteerde plannen in het Belastingplan 2022? Via onze Belastingplan 2022 kennisbank houden we u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en de voor u belangrijke informatie. Heeft u vragen of wilt u advies over wat de nieuwe belastingplannen voor u betekenen? Neem dan gerust contact met ons op. Ons team van adviseurs staat graag voor u klaar met professionele ondersteuning en persoonlijk advies.